Aan het begin van 2012 wist ik het al: Beter dan 2011 kan
het dit jaar op loopgebied niet worden. Mooie wedstrijden in Israël en
Duitsland gelopen en natuurlijk een prachtige bekroning met een lauwerkrans op
mijn hoofd, aan de voeten van het standbeeld van Leonidas in Sparta op 1
oktober. Ik krijg nog kippenvel als ik eraan terugdenk. Na het uitlopen van de
Spartathlon vroegen verschillende mensen aan me wat er ging volgen? Nog een
keer naar Griekenland? Stoppen met (ultra)lopen? Kon ik nog wel de motivatie
opbrengen om nog door te gaan nu het Grote Doel bereikt was? Allemaal vragen
die ik mijzelf ook al had gesteld. Stoppen met lopen was geen optie, daarvoor
haalde ik er nog teveel uit voor mezelf. Stoppen met ultralopen was wel een
keuze waar ik wat langer over moest nadenken. Het is en blijft nu eenmaal een
tijdrovende hobby, zeker als je soms hele dagen van huis bent om 8 of 9 uur aan
één stuk te trainen. Ik probeer altijd zoveel mogelijk dit soort lange
trainingen te combineren met vrije dagen maar daar zit ook een limiet aan met
een volledige baan. Uiteindelijk kreeg ik toch weer zin om mijn opgebouwde
conditie niet te laten wegsijpelen en een nieuw doel te stellen. Dat werd de
JKM, de strandloop van Hoek van Holland naar Den Helder. Ik beleefde vanaf januari mooie en minder mooie
strandtrainingen. Strandlopen is iets heel anders dan lopen op asfalt of
bospaden. De ene week loop je over een strak biljartlaken met een lekker windje
in de rug langs de branding, de volgende keer ploeg je door het mulle zand
tegen wind en regen en kom je amper vooruit. De langste training deed ik op een
maandag door ’s ochtends met de trein naar Amersfoort te gaan en 81 km, via de
sluizen bij IJmuiden, naar Den Helder te ploeteren. Ik bleek daar een
voorproefje te krijgen van wat me 6/7 april te wachten stond. Het strand was
overal omgeploegd, het was springvloed en de wind uit het Noordoosten maakte
het er ook niet makkelijker op. Ik probeerde zo ontspannen mogelijk te lopen,
niet te forceren, en onderweg maakte ik een hoop foto’s die ik verwerkte tot
een mooie beeldreportage.
Desondanks begon ik steeds meer door te krijgen dat strandlopen iets voor
specialisten is en ik niet bepaald een specialist in strandlopen ben.
De omstandigheden logen er dus niet om toen de JKM eindelijk
een feit was. Het eerste strandgedeelte tussen Hoek van Holland en Scheveningen
ging nog wel, maar het stuk tot Katwijk maakte mij een beetje moedeloos, zo
zwaar was het. Ik besloot dan ook om na 60 km te stoppen omdat mijn
kilometertijden zodanig opliepen dat ik de tijdslimiet verderop toch niet meer
zou halen. Heel erg jammer maar gezien het gering aantal finishers (5, van de
26 starters) niet zo’n grote schande.
Ik had met Peter Stein afgesproken om ook deel te nemen aan
het NK 24-uurslopen in Steenbergen. Hoewel ik daar tot de JKM niet zo mee bezig
was geweest besloot ik nu dus al mijn trainingsenergie daarop te gaan richten.
In de 5 tussenliggende weken zaten nog een paar pittige trainingen die ik
steeds afwerkte op een rondje in het Bergse Bos van 2,25 km, op 3 km
loopafstand van mijn huis. Het zijn niet de meest boeiende trainingen, 4 of 5
uur steeds hetzelfde rondje lopen, maar je bootst wel heel goed de wedstrijdomstandigheden
na en qua eten en drinken kun je ook alles goed uitproberen.
Dan is het alweer zaterdag 12 mei. Het is leuk om vooraf
verschillende lopers weer even te spreken en in de ogen te kijken en daarna is
het zaak om alles in te richten en klaar te zetten op het gebied van eten,
drinken en rust. Ik heb er zin in maar
heb nog geen idee over de uitkomst. Bij zulke monsterafstanden gaat het voor
een groot deel ook wat je al in je “rugzak” hebt zitten, oftewel je ervaring.
Bij een marathon kun je tot 70-80% van de afstand trainen om te wennen aan de
belasting van het uren achter elkaar lopen maar bij een 24 uur ligt dat anders.
Je kunt nu eenmaal niet 160 km trainen om een goede 24 uurs wedstrijd te lopen,
althans, ik kan dat niet. Ik hoop dat ik in staat zal zijn om de 200 km grens
te doorbreken maar voel wel dat ik aan trainingsarbeid minder heb gedaan dan
voor de Spartathlon. Uiteindelijk is er maar 1 oplossing om de twijfel weg te
nemen: starten en in een flow komen. Ik zie het lopen van zulke afstanden
altijd meer als een soort reis die je, vooral in je hoofd, maakt. Veel mensen
snappen niet dat je niet helemaal dol wordt van al die rondjes maar ik heb daar
totaal geen last van. Eenmaal onderweg vind ik het niet moeilijk meer om het
monotone los te laten. Iedere wedstrijd heeft weer zijn eigen verhaal en het is
zaak om heel alert te zijn op eten en drinken en welke pijntjes er belangrijk
zijn en welke je mag/kunt negeren. Het is de grote kunst om het begrip tijd los
te laten, vooral aan het begin van 24 uur inspanning. Dit kan natuurlijk niet
helemaal, want ik had ook een schema gemaakt om waarbij ik mezelf iedere 3 uur
wat rust beloofde en na iedere 6 uur een iets langere pauze met een lichte
massage. En daarbij komt ook nog het feit dat je steeds na ruim 2 kilometer de
klok weer passeert en je wordt geconfronteerd met de voortschrijdende tijd.
Maar je kunt dat ook omdraaien. Probeer de tijd te zien als iets wat veel te
snel gaat, al die kostbare seconden, minuten, uren, voel ze door je vingers
glippen en benut ze om vóóruit te komen. De tijd is je vriend, niet je vijand! Ga
niet lopen mijmeren over hoe lang je nog moet maar benut die limiet die de
organisatie van Steenbergen je heeft opgelegd om je doelen te halen. Doelen die
voor ieder persoonlijk weer verschillend zijn maar bij mij b.v. bestonden uit
minimaal 9 km in 1 uur te lopen, 50 km per 6 uur en ruim 100 km na 12 uur. Een
soort gegoochel met getallen, zonder daar al teveel de nadruk op proberen te
leggen.
En dat gaat me goed af gelukkig. Ik voel na 2 uur lopen al
een goed ritme en speel het spel van ontspanning en inspanning met verve. Eten
& drinken gaat naar wens, de ronde bevalt me prima, vooral het stuk na de
sporthal met de matten waar je even goed moet opletten om niet te struikelen.
Ook hier probeer ik het weer om te draaien: dit stukje parcours houd je juist
bij de les en zorgt ervoor dat je geconcentreerd moet blijven lopen. Veel
mensen denken dat 24 uurs wedstrijd vooral een kwestie van “met het verstand op
nul, oogkleppen op” lopen is, maar dat gaat voor mij absoluut niet op. Het is
constant jezelf checken: moet ik tijdens deze ronde weer drinken, moet er een
jasje uit, of juist weer aan, moet ik mijn tempo niet wat opschroeven of juist
intomen…. Ik vind de Garmins wat dat betreft heel fijne hulpmiddelen bij een 24
uurs loop. De eerste 8 uur gebruik Marina’s exemplaar en iedere km krijg ik de
kilometertijd door, en dat bevalt me goed. Mijn eigen good ol’ Garmin
Forerunner 310XT blijkt de overige 16 uur op zijn accu goed aan te kunnen dus
de fabrieksopgave klopt redelijk.
Het verloop in de wedstrijd gaat precies zoals ik van
tevoren had verwacht: veel snelle starters, hier en daar al snelle afhakers
(lees wandelaars) en ik loop vrij achteraan in het klassement. Dat geeft niet,
dat maakt me helemaal niets uit zelfs. ’s Ochtends twitterde ik dat ik vandaag
maar 1 tegenstander heb: mezelf, en zo zie ik dat ook vandaag. Het is prachtig
om te zien hoeveel progressie Léonie heeft gemaakt en hoe lichtvoetig ze mij
steeds voorbij shuffelt. Ook Geert Stynen, Peter van Wijngaarden en Robert
Boersma lopen mooi en snel maar het zegt allemaal nog niets. Een etmaal is een
lange periode, er kan en gaat een hoop gebeuren. Na een kleine 6 uur ga ik 10
minuten van de baan en laat me masseren. Even wat anders, even uit het ritme.
Ik heb gelukkig nooit veel moeite om weer in het ritme terug te komen dus durf
dat experimentje best wel aan. Gedurende de wedstrijd laat ik me nog 2 x
masseren en bij elkaar opgeteld kosten de rustpauzes inclusief massages me
ongeveer een uur maar ik heb wel het idee dat het bijdraagt aan het resultaat.
De organisatie van Steenbergen doet er alles aan om het ons
naar de zin te maken en ’s avonds worden er glazen potten met waxinelichtjes
neergezet zodat we in romantische sferen onze rondjes kunnen voortzetten in de
donkere nacht. En die nacht ís donker. En koud bovendien. Maar dat deert me
allemaal niet. Ik loop graag ’s nachts in het kleine wereldje van jezelf.
Achteraf bekeken zijn dit mijn fijnste uren van de wedstrijd. Af en toe zit er
een kilometer van iets onder de 6 minuten bij en midden in de nacht, om 03.00
uur onderbreek ik mijn trance met een massage van kuiten en quadriceps. Om half
vijf bespeur ik het eerste ochtendgloren, altijd weer een magisch moment als je
een nachtje aan het doorlopen bent. Mijn hoofdlamp gaat weer af en als trainer Peter
Stein een paar uur later weer langs de kant staat is hij erg enthousiast over
mijn progressie die ik tijdens de nacht
heb gemaakt in het klassement. Dat
interesseert mij veel minder. Ik heb maar één focus overgehouden en dat
is om die 200 km grens te slechten vandaag. Tot uur 19 zit ik heel mooi op
koers maar dan slaat de combinatie van slaap en vermoeidheid meedogenloos toe.
Ik loop echt te zwalken en krijg een paar heel lastige uren waarin ik
noodgedwongen veel moet wandelen. Gelukkig komen mijn vrouwen, Marina &
Mirte en ook nog mijn ouders, schoonouders, zus, zwager en schoonzus naar mijn
geploeter kijken en nadat Marina 1 rondje met me meewandelt weet ik zowaar weer
iets te produceren wat op een dribbeltje lijkt. Het helpt dus echt, die morele
support! Maar wat ook zeker meehelpt is dat loopmaatje Peter van Gils, die
heeft ingeschreven voor de 6-uurs loop, mij af en toe vergezelt. In het
klassement voor het NK loop ik op een gegeven moment op de 2e plek
en ik ben verwikkeld in een soort (schijn)gevechtje met debutant Robert
Boersma, normaal gesproken van een beter kaliber dan ik maar vandaag verliest
hij het van zijn eigen onervarenheid. Dan komt Ritchie mij voorbij steken en ik
heb daar echt geen antwoord op en vind het allemaal wel best. Het laatste uur
komen dan toch die onvermoede krachten weer naar boven en na het doorbreken van
de 200 kilometergrens weet ik nog vrij makkelijk bijna 8,5 kilometer eraan toe
te voegen, terwijl ik mij 3 uur daarvoor zo ongeveer dood en begraven voelde.
Het kan verkeren. Brons op het NK, 208.317 gelopen meters. Ik ben maar wat blij
met deze afstand, het betekent een mooi p.r. op de 24 uur en ik voel dat er
meer in zit.
Daarna de prijsuitreiking, inclusief een Wilhelmus, op het
podium en vooraf een verdiend lintje voor Peter Suijkerbuijk, die nu als ridder
in de orde van Oranje Nassau door het leven mag gaan. Leuk om eens mee te maken
en wederom hulde voor de organisatie die dit goed heeft georganiseerd. In de
week die dan volgt denk ik nog vaak na over deze wedstrijd en mijn nieuwe
Leonidas heb ik nu voor ogen: het WK 24 uur in Steenbergen 2013. Er zijn nog
genoeg verbeterpunten om verder te komen dan deze afstand en deze generale
repetitie voor het WK smaak wat mij betreft zeker naar meer…