Pagina's

dinsdag 8 augustus 2023

#1331

 

Zondag 6 augustus 2023 – Delft. Parkeerterrein naast partycentrum “Onder Ons”. 

Iemand roept: Start! We zetten ons in beweging op het parkeerterrein. Een kleine 70 hard-en niet-zo hardlopers in alle soorten en maten; oud, jong, fanatiek, berustend, (bijna) versleten, volhardend en beginnend. Maar 1 ding bindt ons: de liefde voor het hardlopen. Anders zouden we hier op een regenachtige zondagochtend niet staan.

Na de start zit ik nog opgesloten tussen langzamere lopers maar al snel kan ik mijn eigen tempo aanhouden en haal Mirte in . “Niet te snel in het begin!” roep ik nog, maar ze zal zich er niet aan houden zal later blijken.

 

De duurloop van de vorige dag voel ik nog in mijn lijf, vooral in mijn hamstrings. Geen gekke dingen doen vandaag, houd ik mezelf voor. Niet forceren, niet pushen vandaag. Na een tijdje voel ik me prettig bij een ontspannen tempo waarvan ik denk dat het niet echt hard gaat. Onvermijdelijk kijk ik op mijn horloge en de huidige snelheid blijkt verrassend hoog te zijn, althans, naar mijn maatstaven. Meteen gaat er een knop om en besluit ik dan maar mezelf niet te sparen. Zo snel kan dat dus gaan; 1 blik op het horloge en je laat al je goede voornemens varen.

 

Na de aanlooproute loopt de weg naar boven en draaien we linksaf de Tramkade op en vervolgen we onze weg langs de Gaag, het kanaal tussen Schipluiden en Den Hoorn. Ik zie Bas een meter of 20 voor me lopen maar schat in dat hij sneller is vandaag dus doe geen moeite om hem bij te halen.

 

Het tempo voelt goed aan maar altijd is er die onzekerheid of het ook in de laatste kilometer vol te houden is. Ik bevind me in een soort cocon, een soort tunnel tijdens zo’n wedstrijdje. Alle muizenissen en beslommeringen van het dagelijkse leven vallen in die dikke 20 minuten van inspanning weg en er is alleen maar het geluid van je eigen voetstappen, je eigen gehijg en het opsouperen en verdelen van je energievoorraadje. Het is een staat van “zijn” die moeilijk uit te leggen is aan iemand die niet loopt maar ik weet zeker dat deelnemers aan wedstrijden dit zullen herkennen. Daarbij geldt wel: hoe hoger het tempo, dus hoe serieuzer je de wedstrijd neemt, hoe strakker die tunnelvisie. Op sommige dagen is het een heerlijke staat van “zijn” Vandaag is zo’n dag.

 

Na het keerpunt haal ik Bas langzaam bij. Nog steeds heb ik de intentie niet om hem in te halen maar hij zegt iets over benen die niet willen, dus ik ga hem voorbij en vervolg mijn weg in mijn eigen tempo. De kilometers, het zijn er niet veel vandaag, zeker in vergelijking met die heel erg lange wedstrijden die ik al eens liep, gaan makkelijk voorbij maar na 4 kilometer duiken we weer het park in en voel dat het zwaar begint te worden. Nu is het een kwestie van signalen negeren. Signalen van je benen, van je longen, die aangeven dat je niet zo moet overdrijven en naar een tandje lager moet schakelen. Er zit iemand vlak achter me, ene Roger zie ik later in de uitslagen, die me een soort van bij de les houdt. In de laatste 400 meter doet echt alles zeer en dan ga ik altijd een beetje geluiden maken. Roger praat ons allebei moed in. “Tis niet zo ver meer”. “Nog een bocht en dan zie je de finish”. Dat soort werk. Ik pers in de laatste 100 meter alles er uit en zie de klok bij de finish vervaarlijk snel naar de 22 minuten grens tikken. Een laatste sprintje maar ik red het niet en loop 22:03.

 

Na afloop ben ik heel tevreden. Maar dit smaakt natuurlijk naar meer. Volgende keer onder die 22 minutengrens! Volgens mij kan ik dat best. Het tragische van dit soort wedstrijdjes is dat het uitkijken naar de volgende editie al begint zodra je de finishlijn bent gepasseerd. Maar vandaag was erg leuk en de dag wordt alleen maar mooier als Mirte 3 minuten later op haar nieuwe hardloopschoenen een vet p.r. loopt op de 5 kilometer.